Na enkele jaren heen en weer gereisd te hebben tussen België en Amerika, geschreven, opgenomen en gespeeld te hebben in onder meer New York en Los Angeles kwam Eva De Roovere in februari 2018 terug naar huis met een nieuw Nederlandstalig album: La Loba.
Terug in het Nederlands dus na drie albums vol Engelse songs. Terug naar de folk ook. Niemand die daar rouwig om is. De Roovere leverde een erg persoonlijk af met liedjes die beklijven.
Vanwaar komt die mooie titel van je album ‘La Loba’?
Het verwijst naar het titelnummer dat ook op de plaat staat. Het verwijst naar een Mexicaanse legende, ik ben die tegengekomen in een boek dat ik aan het lezen was ‘De ontembare vrouw’ van Clarissa Pinkola Estés. De auteur schrijft er over verschillende sagen en legendes doorheen de geschiedenis en culturen. Het gaat over een wolfsvrouw die ’s nacht op zoek gaat naar beenderen. Als ze een volledig skelet heeft, zingt ze het vlees terug aan de botten. Het zijn voornamelijk wolven die ze zo terug tot leven brengt. Ik vond het een mooi beeld om te tonen dat je met muziek heel veel dingen tot leven kan brengen. Door te zingen blaas je de ziel terug in het leven. De rest van de songs kwamen voort uit gesprekken met cowboys en hipsters, uit steden in uitgestrekte woestijngebieden, uit badkamers vol kakkerlakken en uren luisteren naar de autoradio, uit meditatie, uit de kosmos.
Je hebt al heel wat muzikale waters doorzwommen. Je koos voor het pad van de folk. Terug naar de roots dus.
Ik ben teruggegaan naar de periode van Kadril waar ik ooit begon. Allemaal semi-akoestische songs. Ik had folkstages in Gooik en kwam er Tom Theuns en Aurelie Dorzée tegen. Zij zouden uiteindelijk de arrangementen maken voor gitaar en viool. Tom was destijds muzikant bij Ambrozijn en zijn vriendin speelde uitmuntend viool. We zaten te babbelen en ik gaf hen mee dat ik droomde van een nieuw Nederlandstalig album. Uiteindelijk zijn ze mee op de kar gesprongen en maakten ze arrangementen bij de songs die ik had geschreven. Doordat onze roots van ons drietjes in de folk liggen, is het die muzikale richtging uitgegaan.
Was dat oorspronkelijk de bedoeling of groeit zoiets organisch tijdens het opnameproces?
Je plant zoiets nooit tijdens het schrijven. Zo werkt dat niet bij mij. Ik heb eerst de nummers gemaakt en daarna pas kwam ik Tom en Aurélie tegen. Alles is vrij natuurlijk gegroeid al heb ik altijd enorm van de folk gehouden. Er hangt een warme sfeer rond het genre en die had ik toch wel gemist. Muziek zonder veel oordelen of ambities. Gewoon bij elkaar zitten met wat instrumenten en songs beginnen maken. Vol verbondenheid kiezen voor het spontane. Ik heb dat wel wat gemist toen ik uit de folk was gestapt. Het was fijn om dat terug te voelen.
Je maakte drie Engelstalige albums en keert nu terug naar je moedertaal. Was dat terug een beetje aanpassen?
Ik was al heel wat jaren over en weer gegaan naar Amerika. Ik kende er wat singer- songwriters waarmee ik liedjes schreef voor mijn Engelstalige platen. Ik heb er acht maanden rond getrokken maar kreeg op een bepaald moment heimwee, een gevoel dat ik niet kende, ook niet toen ik als kind op kamp was. Ik had heimwee naar België maar ook naar de taal omdat ik op mijn honger bleef zitten toen ik filosofischer wou gaan schrijven. Op zo’n moment blijft je moedertaal het handigste om je uit te drukken. Ik kwam dus terug thuis met elf Nederlandstalige songs die ik allemaal in Amerika heb geschreven (lacht). En zo had ik plots een hele plaat in mijn moedertaal.
Komt de muze vaker langs als je wat ouder begint te worden? Merk je dat de liedjes vlotter komen of wordt dat net moeilijker?
Bij de meeste mensen wordt dat makkelijk, ook bij mij. Je vindt sneller je eigen manier om songs te schrijven, ik kom makkelijker in een soort flow. Ik ben ook niet iemand die me afsluit om te schrijven, ik laat het gewoon komen. Ik merk wel dat het me beter lukt om te schrijven over wat het betekent om mens te zijn tussen de mensen. Hoe ouder je wordt, hoe concreter je beeld daarover wordt. Je begrijpt beter wie je bent. Zo krijg je een wereld- en levensvisie die gevormd wordt door de ervaringen die je zelf hebt gehad. Deze plaat gaat over vrouw zijn, over moeder zijn zonder kind, over minnares en partner zijn. Maar ook over vriendschap en over mens zijn tussen de mensen.
‘Slaap lekker’ is de hit die je ooit maakte met Diggy Dex, nu bijna tien jaar terug. Ook voor deze plaat werkte je samen met de Nederlandste rapper. Hoe is die hernieuwde samenwerking verlopen?
We hebben altijd een goed contact blijven houden. Hij is nog een paar keer naar Vlaanderen gekomen en via mail en whattsapp hoorden we elkaar nog. We zitten in een totaal ander genre maar qua tekst matcht het toch goed tussen ons beide. Ik zocht voor het nummer ‘Wild kind’ rap en heb hem gevraagd om iets op te nemen. Hij rapte niet, maar zong uiteindelijk zijn stuk tekst. Dat vond ik best interessant, hij zorgde voor een hele mooie aanvulling op het nummer.
Welke dromen heb je bij de plaat?
Ik zou vooral graag veel spelen met Tom & Aurelie. We treden op de Gentse Feesten en in Dranouter op. Ik mag ook mee spelen met Lenny & De Wespen de komende maanden. Ik hoop dat deze plaat de deur heropent naar toffe podia want ik ben een tijdje weggeweest. Ik Ik ben en blijf meer een live-artiest dan een studioartiest.